Huismeester Rens Kwant: ‘We zijn de oren en ogen van Wooninc.’

Na bijna 12,5 jaar kent het huismeestervak geen geheimen meer voor Rens Kwant. Sinds 1,5 maand werkt hij in Kastanjehof, een Wooninc.Plus-gebouw in Geldrop met ruim 200 appartementen voor ouderen, waarvan een groot deel hulpbehoevend is. De meeste voldoening? Die haalt Rens uit het intensieve contact met de bewoners. “Mijn dag in een notendop? Druk, gevarieerd en vooral heel leuk.”

Rens begint zijn dagen met een welzijnsronde. “Met een plaatje aan de deur geven mensen aan of ze opgestaan zijn. Staat een bordje nog op ‘gecontroleerd’? Dan bel ik 3 keer aan. Vaak zijn mensen gewoon vergeten het bordje om te draaien, of ze grijpen de gelegenheid aan om een praatje te maken of een verzoek door te geven. Als dat iets kleins is en ik heb tijd, dan kijk ik direct even. Anders kom ik later die week terug.”

Dagelijkse ronde langs de bewoners

Dat het soms ook goed mis is, ondervond Rens laatst aan den lijve. “Bij een appartement deed niemand open. Ik ging naar binnen met mijn loper en trof de bewoner bewusteloos aan in zijn slaapkamer.” Rens wist meteen dat het foute boel was en belde 112. “De hulpdiensten constateerden dat de man een hersenbloeding had gehad. Daar schrok ik behoorlijk van. Ernstige voorvallen zoals deze komen weinig voor. En een EHBO-diploma bereid je daar ook niet écht op voor.” Eén ding bevestigt dit incident wel: “Menselijk contact is ontzettend belangrijk voor het welzijn en veiligheidsgevoel van de bewoners.”

Ook voor het onderhoud zijn welzijnsronden handig. “Als de oren en ogen van Wooninc. controleer ik tijdens mijn ronde of alles schoon, veilig en goed onderhouden is. Veel kleine problemen kan ik zelf oplossen, anders bel ik de reparatiedienst. Bijvoorbeeld over een loszittende tegel die voor struikelgevaar zorgt.”

Veiligheid voorop

De veiligheid van bewoners vergoten, doe je niet alleen. “Brandweer, politie, ambulance, mantelzorgers, zorgverleners, wijkvertegenwoordigers, noem maar op! Ze hebben allemaal een belangrijke rol”, vertelt Rens. “Door regelmatig te overleggen, zijn we veel beter op elkaar ingespeeld.” Ook de bewoners zelf worden niet vergeten: “Uiteindelijk wil je laten weten hoe wij hun veiligheid vergroten én wat ze zelf kunnen doen. Daarom organiseren we bijvoorbeeld voorlichtingsavonden en houden we brandoefeningen. De reacties daarop zijn superpositief: mensen voelen zich veiliger en daadkrachtiger.”

Hart voor goede service

Service verlenen vindt Rens een van de mooiste dingen van zijn vak. “Laatst vroeg een dame me of ik haar loodzware salontafel in de berging wilde zetten. Zo zwaar was ‘ie niet, maar wel voor een dame op leeftijd. Fantastisch om mensen met dat soort dingen te helpen. En hun waardering geeft me veel voldoening.”

Rens weet hoe hij mensen voor zich kan winnen: “Ik ben altijd wel in voor een dolletje. Met collega’s, maar ook zeker met bewoners. Ik voel goed aan wat ik wel en niet kan zeggen, en mensen reageren eigenlijk altijd heel positief. Met een beetje humor kom je een heel eind en ontdooien zelfs de meest norse mensen.”

De huismeester van de toekomst

Het vak van huismeester staat niet stil. “De afgelopen 2 jaar kreeg ik veel nieuwe taken op het vlak van zorg, voeding en dagbesteding. Daaronder valt de welzijnsronde, maar ik help bijvoorbeeld ook de vrijwilligers bij het klaarmaken en opdienen van de warme maaltijd tijdens de lunch. Soep bereiden, borden opmaken, afwassen en opruimen. Weer eens wat anders dan een keukenkastdeurtje recht hangen.”

Een aantal van zijn huidige taken gaat over naar partners, omdat woningcorporaties zich op hun kerntaak moeten richten. Rens vindt dat best jammer, maar hij ziet de toekomst zonnig in. “Dit is en blijft een prachtig vak. Ik geloof echt in de meerwaarde van een huismeester in een gebouw. Contact hebben met de mensen, je gezicht laten zien, écht aanwezig zijn;  dat draagt allemaal bij aan de leefbaarheid van een gebouw. Ik ben dan ook niet zo bang dat robots straks mijn werk inpikken. Huismeester zijn, is écht mensenwerk.”