Veiligheid voorop
De veiligheid van bewoners vergoten, doe je niet alleen. “Brandweer, politie, ambulance, mantelzorgers, zorgverleners, wijkvertegenwoordigers, noem maar op! Ze hebben allemaal een belangrijke rol”, vertelt Rens. “Door regelmatig te overleggen, zijn we veel beter op elkaar ingespeeld.” Ook de bewoners zelf worden niet vergeten: “Uiteindelijk wil je laten weten hoe wij hun veiligheid vergroten én wat ze zelf kunnen doen. Daarom organiseren we bijvoorbeeld voorlichtingsavonden en houden we brandoefeningen. De reacties daarop zijn superpositief: mensen voelen zich veiliger en daadkrachtiger.”
Hart voor goede service
Service verlenen vindt Rens een van de mooiste dingen van zijn vak. “Laatst vroeg een dame me of ik haar loodzware salontafel in de berging wilde zetten. Zo zwaar was ‘ie niet, maar wel voor een dame op leeftijd. Fantastisch om mensen met dat soort dingen te helpen. En hun waardering geeft me veel voldoening.”
Rens weet hoe hij mensen voor zich kan winnen: “Ik ben altijd wel in voor een dolletje. Met collega’s, maar ook zeker met bewoners. Ik voel goed aan wat ik wel en niet kan zeggen, en mensen reageren eigenlijk altijd heel positief. Met een beetje humor kom je een heel eind en ontdooien zelfs de meest norse mensen.”
De huismeester van de toekomst
Het vak van huismeester staat niet stil. “De afgelopen 2 jaar kreeg ik veel nieuwe taken op het vlak van zorg, voeding en dagbesteding. Daaronder valt de welzijnsronde, maar ik help bijvoorbeeld ook de vrijwilligers bij het klaarmaken en opdienen van de warme maaltijd tijdens de lunch. Soep bereiden, borden opmaken, afwassen en opruimen. Weer eens wat anders dan een keukenkastdeurtje recht hangen.”
Een aantal van zijn huidige taken gaat over naar partners, omdat woningcorporaties zich op hun kerntaak moeten richten. Rens vindt dat best jammer, maar hij ziet de toekomst zonnig in. “Dit is en blijft een prachtig vak. Ik geloof echt in de meerwaarde van een huismeester in een gebouw. Contact hebben met de mensen, je gezicht laten zien, écht aanwezig zijn; dat draagt allemaal bij aan de leefbaarheid van een gebouw. Ik ben dan ook niet zo bang dat robots straks mijn werk inpikken. Huismeester zijn, is écht mensenwerk.”